Op 7 december kwam het Comité van Ministers van de Taalunie voor de 93ste keer bij elkaar sinds de oprichting van de Taalunie 40 jaar geleden. De ministers Weyts, Jambon en Van Engelshoven feliciteerden de organisatie met deze verjaardag en toonden hun erkentelijkheid voor de veelzijdigheid van de activiteiten van de Taalunie en haar partners.
Iedereen die het Nederlands gebruikt, leert of onderzoekt, kan rekenen op steun van de Taalunie. Niet enkel in Vlaanderen en Nederland, maar ook in Suriname en de rest van de wereld. Voor het eerst nam Yuro Dipotaroeno, onderdirecteur ontwikkelingsdienst van het Surinaamse ministerie voor onderwijs, wetenschap en cultuur deel als vertegenwoordiger van de Surinaamse regering. Deze aansluiting bij het Comité is een vertaling van de wereldwijde inzet van de Taalunie en de uitwerking van de associatieovereenkomst met Suriname. De komende jaren zal er onder meer een intensievere samenwerking worden uitgebouwd rond meertaligheid in het onderwijs.
De inschrijving van studenten en zij-instromers in de opleidingen Nederlands in Vlaanderen en Nederland is een groot zorgpunt. De ministers bespraken verder met de Taalunie het reddingsplan voor de Neerlandistiek en drukten hun volle steun uit voor de uitwerking van dit plan. Het Comité besprak verder uitgebreid de inspanningen en visies van de Taalunie omtrent taalcompetentie. Aandacht voor lezen, leesbegrip en leesplezier worden benaderd vanuit een ruimere visie op hedendaags onderwijs Nederlands. De ministers onderschrijven ook het belang van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren. Het is een digitale collectie van teksten die behoren tot de Nederlandse letterkunde, taalkunde en cultuurgeschiedenis van de vroegste tijd tot heden. De collectie representeert het hele Nederlandse taalgebied en komt tot stand door de samenwerking tussen de Taalunie, de Vlaamse Erfgoedbibliotheken, de Koninklijke Bibliotheek en de nationale bibliotheek van Nederland.
Nederlands is de achtste taal van Europa met 24 miljoen sprekers, wereldwijd leren er meer dan een half miljoen mensen Nederlands.