Op 18 november keurde de Vlaamse Regering 350.000 euro noodhulp aan UNHCR goed voor de opvang van vluchtelingen uit Mosoel.
Mosoel is de op twee na grootste stad van Irak en ligt net over de grens van de Koerdische Autonome Regio in Irak. Sinds 2014 is Mosoel in handen van Islamitische Staat (IS). De Koerdische bevolking maar ook de belangrijke christelijke minderheid in de stad werden er vervolgd en grotendeels verdreven. In oktober van dit jaar is een groot offensief gestart om Mosoel van IS te bevrijden.
De slag om Mosoel heeft grote humanitaire gevolgen, en dit in een regio die al erg kwetsbaar is. Het Vluchtelingenagentschap van de Verenigde Naties (UNHCR) schat dat ongeveer 1 miljoen mensen op de vlucht zullen slaan voor het geweld. UNHCR is zich samen met andere humanitaire organisaties en lokale overheden aan het voorbereiden om deze vluchtelingengolf op te vangen. Daarbij mag niet vergeten worden dat de Koerdische Autonome Regio reeds meer dan 1,8 miljoen vluchtelingen op haar grondgebied opvangt. Bij zijn bezoek aan Vlaanderen eind augustus, vroeg de Koerdische minister Ali Sindi dan ook expliciet steun voor de opvang van deze nieuwe vluchtelingengolf.
UNHCR richt zich hiervoor op drie taken: onderdak bieden via voldoende opvangcentra, bescherming van de meest kwetsbare groepen en kamp-coƶrdinatie om de levenskwaliteit van de vluchtelingen te verbeteren. Vlaanderen draagt 350.000 euro bij aan dit alomvattende noodplan.